De druivenstruik is misschien de meest voorkomende eetbare plant
in tuinen, op terrassen en op de balkons. Ook de geveltuinen zijn een goede plaats voor de
druif, mits deze natuurlijk wel aan de zonnige en warme zuidkant van het huis ligt en er niet teveel
wind om het huis waait. Plant de jonge druif niet te dicht tegen het
huis aan, er moet immers ruimte blijven voor de wortels om in alle richtingen
uit te groeien.
De wind is de reden dat een druif op een dakterras goed beschermd moet worden,
plaats deze dicht tegen het dak aan. Door de wind drogen de jonge bladeren en uitlopers snel uit en gaan dood met het
gevolg dat de plant niet meer verder groeit. Het wordt nogal eens vergeten wat
de invloed van de wind op planten is. Zeker in een tijd van lichte regenval en
veel wind wordt het geven van water nog wel eens vergeten, er valt immers toch
al genoeg regen water. Maar het is juist de wind die zeer veel energie vraagt en
de planten daarmee uitdroogt. Daarom moeten de planten genoeg vochtig worden
gehouden maar niet te nat.
Het beste staat een druif tegen de muur of het dak zodat de warmte kan worden
vastgehouden en de plant minder last heeft van koude nachten in het voorjaar.
Met een raamwerk van touw of hout zorg je ervoor dat druif goed kan hechten en
makkelijker klimt.
De druif houdt van een losse kalkrijke grond of humusrijke zandgrond, de
wortels hebben in een vaste grond te veel moeite om in een natte periode te
overleven.
Het snoeien van de druivenplant kan zowel in de zomer als in de
winter. De zomersnoei zorgt voor ruimte en licht van de zon en de winter of
voorjaar snoei is nodig omdat de druiven bloeien en groeien
op de jonge nieuwe scheuten aan de meerjarige takken. Ook
belangrijk is dat je, als er eenmaal druiven trosjes gegroeid zijn, je deze uitdunt
ofwel dat je deze af en toe moet 'krenten'. Zo zorg je voor meer licht, lucht en voeding voor de
overgebleven druifjes die nu voluit kunnen gaan groeien.
Zorg bij de winter en voorjaar snoei ervoor dat er wel 3
'ogen' blijven zitten. De witte druif mag tot op 5 'ogen' gesnoeid worden. De kleinere takken kunnen
helemaal teruggesnoeid worden en het dode hout natuurlijk ook verwijderen.
De wintersnoei kan in november na eerste lichte vorst, maar niet meer
bij matige en strenge vorst. Misschien is het zelfs beter om in het voorjaar tot in begin maart te snoeien zodat de
plant een langere rustperiode krijgt.
De zomersnoei is nodig om de vruchten meer
groeikracht te geven en de zon beter toe te laten tot de trossen.
Het gaat dus
meer om bladsnoei in de zomer en vormsnoei in de winter en voorjaar.
Deze in de winter en voorjaar gesnoeide uiteinde van de takken kunnen
gebruikt worden om nieuwe planten van te stekken. De zomerstekken kunnen als
een 'gewone' stek in het water worden gezet, maar zijn niet zo sterk als de
stekken van de wintersnoei, ze zijn simpelweg nog te jong en fragiel.
Achter de volgende link krijg je een zeer uitgebreide uitleg over het stekken, het enten en nog veel meer wetenswaardigheden
betreffende de druif Druivelaar
Deze is geschreven door Chris Bruneel, uit België denk ik, als eindopdracht voor een avondschool
studie.
Ik heb getracht de schrijver van deze site om toestemming te vragen via de
opgegeven e-mail, maar helaas is de mailbox (Belgacom) niet meer in gebruik. Mocht deze
schrijver hier belanden en deze link zien en het onwenselijk vinden dat ik
deze site zo gebruik, stuur mij
a.u.b. een mail en ik zal het direct, met grote spijt, weer verwijderen.
De pitloze rassen zijn over het algemeen gevoeliger voor vorst en hebben ook een
lagere weerstand tegen ziekten.
Druivenrassen (met pitjes)
blauw : ........Vitis 'Boskoop Glory'
wit : ..............Vitis 'Vroege van der Laan' en Vitis 'Bianca'
Sierdruiven.
:
.....................Vitis Vinifera 'Purpurea'.
Deze bladverliezende sierdruif bloeit in mei met kleine witte
bloemen. Er groeien wel druiven aan, maar deze zijn niet
eetbaar!!!
: .....................Vitis 'Coignetiae'.
Deze bladverliezende sierdruif wordt vooral gebruikt om zijn mooie herfstkleur.
De bladeren van beide sierdruiven kleuren in de herfst donkerrood/bruin.
Van Druif naar Rozijn/Krent
Rozijnen worden gemaakt van vele soorten Druivenrassen, dit in tegenstelling tot de Krenten, deze worden gemaakt van maar 1 druivensoort,
de Vitis vinifera ‘Korinthiaka’, welke zijn oorsprong kent in Griekenland. Dit is een pitloze druif. Qua smaak is de krent iets minder zoet dan de rozijn, en ook iets kleiner.
In het najaar zijn de druiven rijp en kunnen ze geplukt worden. De druiven gaan in een mand en worden eerst goed nat gemaakt. Het water zorgt er voor dat er scheurtjes in de druivenvelletjes komen.
Dat is nodig als je van druiven rozijnen wilt maken. De druiven worden heel goed verspreid, zodat ze in de zon snel kunnen drogen. Door de warmte van de zon verdrogen de druiven;
langzaam maar zeker verschrompelen en verkleuren ze. En na ongeveer 7 dagen is elke druif een rozijn geworden. Dan maak je de rozijnen los van elkaar, door de zon zijn ze aan elkaar gaan plakken.
Als de rozijnen goed los zijn, moeten alle steeltjes er nog uit. En dan worden de rozijnen gewassen tot ze helemaal schoon zijn. Na het wassen de rozijnen krijgen ze nog een oliebadje.
top
Heb je een vraag of opmerking?
Wachten hoeft echt niet .......................
mail maar naar mij.
Vriendelijke groeten en wellicht tot ziens
Ellen